orgelnieuws.nl
Joost van Beek
orgelnieuws.nl-may-4-2021-5849
Gremmel-Geuchen en Sledel laten het allemaal heel natuurlijk en overtuigend klinken, alsof Bach het zelf zo geschreven heeft. De violen van Siedel - ze bespeelt twee verschillende exemplaren - mengen mooi met het König/Verschueren-orgel. Dat is ook de verdienste van Tonmeister Christoph Martin Frommen [...]

De naam van Ludwig Kiinig is in Nederland vooral verbonden aan de Stevenskerk in Nijmegen. Daar bevindt zich immers zijn magnum opus - dat wil zeggen, het grootste instrument dat van hem bewaard is gebleven. Voor het overige hebben relatief weinig van zijn maaksels de tand des tijds doorstaan. Dat is temeer spijtig omdat Kiinig geldt als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de toenmalige Rijnlandse orgelbouw.

In 1752 bouwde hij in de Paterskirche te Kempen (D), op een uurtje autorijden van Nijmegen, een orgel met twee klavieren en aangehangen pedaal. Dat instrument werd in 1979 gedemonteerd -alleen de orgelkas mocht blijven. Op initiatief van de lokale organiste Ute Gremmel-Geuchen ging Verschueren Orgelbouw vanaf 1996 aan de slag met een reconstructie van het oorspronkelijke orgel. Een gelukkige omstandigheid was dat Verschueren gebruik kon maken van de gedetailleerde beschrijving die een vroegere organist van de Paterskirche, Jacob Menden, in 1839 had gemaakt. Dat de Limburgse firma eerder Onig-orgels had gerestaureerd (Arnhem, Breda, Oudenbosch) kwam uiteraard ook goed van pas.

Het voorbereidend onderzoek leverde belangrijke informatie op over de registersamenstelling (24 stemmen), de positie van de klaviatuur (achterkantbespeling) en de oorspronkelijke toonhoogte (463 Hz) van destijds. De Nijmeegse 'gele gigant' stond model voor de reconstructie van de klaviatuur (toetsen, registers). Aan het oorspronkelijke concept voegde Verschueren een zelfstandig pedaal toe, bestaande uit 4 stemmen. Een terechte aanvulling, wat mij betreft: de gebruiksmogelijkheden worden zo vergroot, en een orgel is toch in de eerste plaats een gebruiksinstrument. Op 12 februari 2000 werd het uiteindelijke resultaat ingezegend; vanaf dat moment was Gremmel-Geuchen, oud-leerling van Ewald Kooiman, titulair-organist van de Paterskirche. Een volstrekt logische beslissing van het kerkbestuur: als iemand deze functie verdiende, was zij het wel.

Volgens de organiste heeft haar orgel een enorme bandbreedte: muziek uit de renaissance doet het fantastisch, en met een beetje creatief registreren kun je er ook Brahms op kwijt. Bepaalde eigentijdse muziek zal er vast ook uitstekend op klinken, denk ik zo.

Een jaar na de oplevering presenteerde Gremmel-Geuchen een cd met muziek uit de Duitse en Franse barok. Twee decennia later vond ze blijkbaar de tijd rijp voor een vervolg. Samen met de barokvioliste Annegret Siedel nam ze een cd op met louter Bach-transcripties. In enkele gevallen is zelfs sprake van een bewerking van een bewerking, zoals de twee Concerti in d, waar de viool...