Jeanne Demessieux – in de Orgelvriend van november en december
2008 schetste Herman van Vliet haar korte leven dat in dienst van
de kunst stond. Complete opnamen van haar werk zijn zeldzaam.
Demessieux’ oud-leerling Pierre Labric nam begin jaren zeventig
voor het eerst al haar orgelwerken in Rouen en Angoulème op voor
lp. Maxime Patel speelde in de Basilika Waldsassen haar complete
werk voor dvd (zie bespreking in de Orgelvriend van december
2008). De Amerikaanse organist Stephen Tharp, ook in Nederland
geen onbekende, heeft als eerste het complete werk van Jeanne
Demessieux ingespeeld op twee cd’s. In het fraaie doosje dat Aeolus
hiervan heeft gemaakt, zitten drie cd’s. De eerste twee daarvan
zijn multichannel super audio cd’s (ook op een gewone cd-speler
af te spelen). De derde is een ‘gewone’ cd waarop nogmaals de vijf
Répons pour les temps liturgiques staan (die op de 2e sacd zijn in
feite bonus tracks speciaal voor sacd-spelers) en een archiefopname
van het nationaal audiovisueel archief in Parijs met Jeanne
Demessieux als soliste in haar eigen Poème voor orgel en orkest.
Jeanne Demessieux aan het orgel in de kerk St.-Esprit, Parijs.
We hebben hier te maken met een absolute topproductie. Een toporganist
voor wie het werk van Demessieux geen geheimen meer
blijkt te hebben, twee top-orgels (waarvan het tweede, Rouen,
niet in topconditie is maar wel diepe indrukken achterlaat) en een
opname van topkwaliteit. Dit, gevoegd bij de uitstekende informatie
in het booklet en de smaakvolle presentatie, maakt deze productie
tot volwaardige eindredacteurskeuze.
De dispositie van het Stahlhut-orgel in de Eglise St.-Martin in het
Luxemburgse Dudelange vertoont Duits-, Frans- en Engels-romantische
elementen en is daarmee een ideaal instrument voor de vertolking
van (een deel van) Demessieux’ orgeloeuvre.
La Nativité, Demessieux’ eerste grote compositie uit 1943 en nog
duidelijk onder invloed van Dupré, ademt precies die gespannen,
on-kerstachtige sfeer die het stuk kenmerkt. Wonderlijk dat dit werk
tot op heden niet werd uitgegeven. Verder op deze cd haar bekendste
compositie, Te Deum, de lichtvoetige, nog aan Dupré herinnerende
Prélude et Fugue uit 1964 en de veeleisende Six Etudes uit
het voorlaatste oorlogsjaar. De twaalf koraalpreludes opus 8 bieden
de minder geoefende luisteraar een afwisselend, subtiel geregistreerd
palet aan bewerkingsvormen. Geniaal in hun eenvoud.
Cd 2 opent met de Zeven Meditaties over de Heilige Geest, eveneens
een hoogtepunt in Demessieux’ oeuvre. De titels van het tussen
1945 en 1947 ontstane werk corresponderen met de zeven
gaven van de Heilige Geest (wijsheid, verstand, inzicht, sterkte, kennis,
eerbied, liefde voor Gods naam). Haar Triptique opus 7 speelde
Demessieux voor het eerst in januari 1948, het jaar waarin zich de
breuk met Dupré voltrok. Bij ‘gewone’ cd-spelers eindigt de cd na
het Andante uit 1953, een hommage aan haar oud-leraar Jean Gallon.
Op sacd-spelers volgen dan nog de vijf Répons pour les temps
liturgiques, die Demessieux in 1965 ten doop hield op het orgel van
de St.-Ouen in Rouen, hetzelfde instrument waarop Tharp ze nu
heeft opgenomen. Voor de ‘gewone’ cd-spelers staat dit werk op de
derde cd, die verder is gevuld met de historische opname van het
Poème opus 9 voor orgel en orkest. Historisch in meerdere opzichten:
zowel organiste als dirigent (Eugène Bigot) zijn niet meer in
leven en ook het in 1929 door de “Société Cavaillé-Coll” geplaatste
viermanuaals orgel van de Salle Pleyel bestaat niet meer. Dan
luister je toch anders naar zo’n door de moderne opnametechniek
ingehaalde opname.
De documentatie (Eng., Fr., Du.), met een bibliografie aan het slot, is
voortreffelijk. De afbeelding van het liturgisch centrum van de Parijse
Eglise du Saint-Esprit, de kerk waar Demessieux organiste was,
symboliseert heel goed de inspiratiebron van waaruit zij werkte.
Gerco Schaap